Onderwijs

Van missers

naar meesters

In de geneeskunde kun je je geen fouten veroorloven. De faculteit Geneeskunde van de VU ontwikkelde juist een module waarin geneeskundestudenten in een veilige omgeving wel missers durven te maken. Want vooral van je fouten kun je veel leren.

Tekst: Jasper Enklaar - Foto: Martijn Gijbertsen

“In de medische wereld is fouten maken een no-go vanwege de consequenties voor de patiënt”, zegt Skadi Spindler, staflid van de afdeling Fysiologie. “Maar ik denk dat je door het maken van fouten veel diepgaander kunt leren.” Die gedachte lag aan de basis van een nieuwe module die Spindler ontwikkelde voor het fysiologieonderwijs. Een onderwijsvorm waarbij studenten veilig kunnen experimenteren met het toepassen van hun theoretische kennis in de beroepspraktijk. Haar ervaring als docent was dat studenten de fysiologie en de functie van de organen vooral oppervlakkig bestudeerden en feiten gingen stampen voor een toets. De daadwerkelijke werking doorgronden ze daardoor niet echt. “Maar fysiologie is de basis voor het latere klinisch handelen als arts. Je kunt niet zonder.” In de coschappen moeten studenten dan ineens aan het bed van de patiënt de theorie uit hun bachelorjaren toepassen. “Dan lopen ze vast”, zegt Spindler. “Dit moment dat ze tijdens de coschappen tegenkomen, wilde ik naar de bachelor halen. Maar dan wel in een veilige omgeving, zonder consequenties voor de patiënt en zonder de prestatiedruk die ze later zullen ervaren. Want leren is vallen en opstaan.”

Scenario’s uitproberen

Dus spelen eerstejaars geneeskundestudenten van de VU nu in de veilige omgeving van een practicum een zogeheten scenariogame. Het gaat om gefilmde casussen, waarin je telkens een keuze moet maken. De keuze bepaalt het vervolg van het scenario. Na afloop van de scenario’s bespreken ze de casus samen met een coassistent. De studenten krijgen dan uitleg over de achterliggende fysiologische processen en reflecteren op hun keuzes.

Derdejaars geneeskundestudent Bas Vliegenthart werkt mee aan het project. Vanaf zijn tweede jaar gaf hij als student-assistent al onderwijs bij fysiologie. Zo raakte hij hierbij betrokken: coassistenten werven, casussen filmen in het Simulatielab van VUmc, de scripts checken. “Geweldig om te kunnen doen.” Zelf heeft Vliegenthart deze vorm van onderwijs niet gekregen. “We hebben veel practica gehad waarmee je zelf aan de slag kon. Dan begreep je wel de stof, maar je wist nog niet hoe je het kon toepassen. Ik had dit zelf een enorm interessant onderdeel gevonden, omdat je de klinische relevantie gaat inzien van wat je in het practicum leert. Dat miste ik in mijn eerste jaar.”

I

‘Van fouten leer je diepgaander’

Feedback en reflecteren

Fouten maken is een essentieel onderdeel van het leerproces. “Dat blijkt ook uit het vele onderzoek dat hiernaar is gedaan”, vertelt Spindler. “Van fouten kun je leren als je na het maken van een fout goed feedback krijgt en erop reflecteert. En precies dat hebben we gedaan met deze onderwijsvorm.”

Een veilige leeromgeving is daarvoor essentieel. Spindler benaderde daarom Roos Oerlemans, trainer studentbegeleiding bij team docentprofessionalisering binnen Amsterdam UMC. Ze vroeg haar hoe je een klimaat kunt scheppen waarin studenten de ruimte voelen om fouten te maken. “We hebben een training ontwikkeld voor practicumbegeleiders”, vertelt Oerlemans, “zodat zij de goede tools hebben om een veilig leerklimaat te creëren en in stand te houden.” En veilig, dat wil zeggen dat studenten de ruimte voelen om eerlijk, kwetsbaar en zichzelf te zijn zonder dat zij bang zijn voor een oordeel van hun docent of medestudenten. 

De eerstejaars studenten die dit practicum inmiddels achter de rug hebben zijn enthousiast.  ‘Ik vind het veel prettiger leren als je dingen kunt uittesten en leert van je fouten’, schreef een student in de evaluatie, ‘Ik merk dat ik het beter kan onthouden dan bij andere practica.’ 

Niet alleen de studenten zijn enthousiast. Het project heeft inmiddels ook de onderwijsinnovatieprijs van de VU gekregen. Het bedrag van 10.000 euro wordt besteed aan het verder uitbreiden van de module voor tweede- en derdejaars studenten. 

DNA  •  medewerkersblad van Amsterdam UMC 

Onderwijs

Van missers

naar meesters

In de geneeskunde kun je je geen fouten veroorloven. De faculteit Geneeskunde van de VU ontwikkelde juist een module waarin geneeskundestudenten in een veilige omgeving wel missers durven te maken. Want vooral van je fouten kun je veel leren.

Tekst: Jasper Enklaar - Foto: Martijn Gijbertsen

Feedback en reflecteren

Fouten maken is een essentieel onderdeel van het leerproces. “Dat blijkt ook uit het vele onderzoek dat hiernaar is gedaan”, vertelt Spindler. “Van fouten kun je leren als je na het maken van een fout goed feedback krijgt en erop reflecteert. En precies dat hebben we gedaan met deze onderwijsvorm.”

Een veilige leeromgeving is daarvoor essentieel. Spindler benaderde daarom Roos Oerlemans, trainer studentbegeleiding bij team docentprofessionalisering binnen Amsterdam UMC. Ze vroeg haar hoe je een klimaat kunt scheppen waarin studenten de ruimte voelen om fouten te maken. “We hebben een training ontwikkeld voor practicumbegeleiders”, vertelt Oerlemans, “zodat zij de goede tools hebben om een veilig leerklimaat te creëren en in stand te houden.” En veilig, dat wil zeggen dat studenten de ruimte voelen om eerlijk, kwetsbaar en zichzelf te zijn zonder dat zij bang zijn voor een oordeel van hun docent of medestudenten. 

De eerstejaars studenten die dit practicum inmiddels achter de rug hebben zijn enthousiast.  ‘Ik vind het veel prettiger leren als je dingen kunt uittesten en leert van je fouten’, schreef een student in de evaluatie, ‘Ik merk dat ik het beter kan onthouden dan bij andere practica.’ 

Niet alleen de studenten zijn enthousiast. Het project heeft inmiddels ook de onderwijsinnovatieprijs van de VU gekregen. Het bedrag van 10.000 euro wordt besteed aan het verder uitbreiden van de module voor tweede- en derdejaars studenten. 

‘Van fouten leer je diepgaander’

“In de medische wereld is fouten maken een no-go vanwege de consequenties voor de patiënt”, zegt Skadi Spindler, staflid van de afdeling Fysiologie. “Maar ik denk dat je door het maken van fouten veel diepgaander kunt leren.” Die gedachte lag aan de basis van een nieuwe module die Spindler ontwikkelde voor het fysiologieonderwijs. Een onderwijsvorm waarbij studenten veilig kunnen experimenteren met het toepassen van hun theoretische kennis in de beroepspraktijk. Haar ervaring als docent was dat studenten de fysiologie en de functie van de organen vooral oppervlakkig bestudeerden en feiten gingen stampen voor een toets. De daadwerkelijke werking doorgronden ze daardoor niet echt. “Maar fysiologie is de basis voor het latere klinisch handelen als arts. Je kunt niet zonder.” In de coschappen moeten studenten dan ineens aan het bed van de patiënt de theorie uit hun bachelorjaren toepassen. “Dan lopen ze vast”, zegt Spindler. “Dit moment dat ze tijdens de coschappen tegenkomen, wilde ik naar de bachelor halen. Maar dan wel in een veilige omgeving, zonder consequenties voor de patiënt en zonder de prestatiedruk die ze later zullen ervaren. Want leren is vallen en opstaan.”

Scenario’s uitproberen

Dus spelen eerstejaars geneeskundestudenten van de VU nu in de veilige omgeving van een practicum een zogeheten scenariogame. Het gaat om gefilmde casussen, waarin je telkens een keuze moet maken. De keuze bepaalt het vervolg van het scenario. Na afloop van de scenario’s bespreken ze de casus samen met een coassistent. De studenten krijgen dan uitleg over de achterliggende fysiologische processen en reflecteren op hun keuzes.

Derdejaars geneeskundestudent Bas Vliegenthart werkt mee aan het project. Vanaf zijn tweede jaar gaf hij als student-assistent al onderwijs bij fysiologie. Zo raakte hij hierbij betrokken: coassistenten werven, casussen filmen in het Simulatielab van VUmc, de scripts checken. “Geweldig om te kunnen doen.” Zelf heeft Vliegenthart deze vorm van onderwijs niet gekregen. “We hebben veel practica gehad waarmee je zelf aan de slag kon. Dan begreep je wel de stof, maar je wist nog niet hoe je het kon toepassen. Ik had dit zelf een enorm interessant onderdeel gevonden, omdat je de klinische relevantie gaat inzien van wat je in het practicum leert. Dat miste ik in mijn eerste jaar.”

I

DNA  •  medewerkersblad van Amsterdam UMC 

DNA magazine online

DNA is het medewerkersblad van Amsterdam UMC. Het verschijnt 6 keer per jaar, zowel op papier als online. DNA brengt de achtergronden en persoonlijke verhalen bij de actuele ontwikkelingen in en rondom het ziekenhuis.
Volledig scherm