reportage
Beschermde start
door de moedermelkbank
Verscholen op D0 op locatie AMC in een felblauwe container huist de enige Moedermelkbank van Nederland. Deze bank voorziet al tien jaar premature baby’s van donormelk. Eerst alleen in het voormalig VUmc en AMC, inmiddels zijn alle negen umc’s van Nederland volledig voorzien van donormelk. Dit levert een enorme gezondheidswinst op voor de te vroeg geboren kindjes.
Tekst: Eva Cornet - Foto’s: Sake Rijpkema
Rond 10 uur s ochtends lopen de ouders van baby Feline van het Ronald McDonald Huis naar de NICU (Neonatale Intensive Care Unit) op locatie AMC. Krap twee weken eerder beviel moeder Lisa met 28 weken noodgedwongen vanwege complicaties. Inmiddels hebben de ouders al een routine gevonden in de zorg voor Feline en beginnen vaardig met het verschonen van de piepkleine luier. Daarna mag papa Martijn met ontbloot bovenlijf op de ligstoel buidelen met zijn dochter en tegelijk de voeding via de sonde geven. Mama Lisa ontkoppelt de meeste slangetjes, met hulp van verpleegkundige Roos, zodat papa de baby voorzichtig kan pakken. Ingewikkeld in warme doeken ligt Feline op zijn buik met mama aan hun zijde. Een bijzonder moment, waarin onvoorwaardelijke liefde, kwetsbaarheid, zorgen en hoop samenkomen.
Minder kolfstress
De melk die door de sonde druppelt, is nu volledig gekolfde melk van de moeder. De eerste dagen kon dat vanwege medische redenen nog niet en kreeg Feline donormelk van de Moedermelkbank. “Het is ontzettend fijn dat dat kan, want donormelk is beter voor prematuren dan kunstvoeding”, vertelt papa Martijn. “We willen wat het beste is voor Feline’s gezondheid. Gelukkig kan Lisa nu voldoende kolven, maar het is mooi dat de beschikbaarheid van donormelk de extra stress van voldoende kolven in het begin kan verminderen. Naast alle stress die er al is als je kind op de NICU ligt. En het is heel fijn dat de donormelk goed wordt gescreend, zodat het veilig gebruikt kan worden.”

Kinderarts-neonatoloog Chris van den Akker is blij dat Feline de eerste dagen donormelk heeft kunnen krijgen. “Prematuren zijn heel kwetsbaar en wegen soms maar 500 gram. Zeker onder de 32 weken komen er veel complicaties voor en is een darminfectie vaak levensbedreigend. Moedermelk heeft een beschermende werking tegen darminfecties ten opzichte van kunstvoeding, ook al is die kunstvoeding speciaal voor prematuren ontwikkeld. Daarom is eigen moedermelk de eerste keuze, maar dat is – zeker de eerste dagen – lang niet altijd haalbaar. Daarom zijn we in 2012 gestart met de Moedermelkbank. Eerst nog in studieverband en vanaf 2015 ook daarbuiten.”
Beschermende werking
De richtlijn voor het geven van donormelk is als een baby onder de 30 weken wordt geboren, of een gewicht onder de kilo heeft. Als de baby eenmaal donormelk krijgt, kan daar tot 32 weken mee worden doorgegaan, omdat prematuren vanaf 32 weken meestal van de NICU afgaan en worden overgeplaatst naar een ander ziekenhuis. Vanwege de beschermende werking van moedermelk is het ideaal dat alle moeders gaan kolven. “We doen er alles aan om dit te stimuleren en verreweg de meeste moeders doen het ook; ze zijn daarvoor heel gemotiveerd als hun kind op de NICU ligt”, vertelt Van den Akker. “Alleen kunnen moeders soms niet meteen beginnen met kolven omdat ze zelf ziek zijn, of is de productie te weinig door alle stress. Dat vullen we aan met donormelk, zodat de prematuren toch de beschermende werking van moedermelk tegen darminfecties krijgen.”
De landelijk opererende Moedermelkbank is een behoorlijk logistiek operatie. De 32-urige werkweek van coördinator Anne Schoonderwoerd is volledig gevuld met het regelen en monitoren van alle verschillende processen. Zoals het screenen en coördineren van de donoren, het monitoren van voorraden in de vriezers, melk ‘poolen’ en pasteuriseren en de afgifte aan de koeriers. “De bank telt steeds zo’n 30 donoren die gemiddeld zo’n drie maanden voor ons kolven”, vertelt Schoonderwoerd. “Ik heb een telefonische intake met de donormoeders en ze krijgen een screening bij Sanquin. Daarna ontvangen ze speciale flesjes mee en kunnen ze beginnen met kolven. Zodra hun vriezer vol ligt, geven ze een seintje en regel ik dat een koerier de voorraad moedermelk komt ophalen. Na drie maanden volgt een herscreening. Sommige moeders gaan dan door, maar de meeste moeders stoppen.” Er is dus een continu verloop van donoren.
‘Moedermelk beschermt tegen infecties’
Pasteuriseren melk
Schoonderwoerd zit achter haar bureau als het telefoontje van de koerier binnenkomt. Hij staat binnen enkele ogenblikken voor de deur van de Meibergdreef en brengt de opgehaalde donormelk naar de Moedermelkbank. Schoonderwoerd neemt de ingevroren voorraad aan en zet het in de juiste vriezer. Daarna pakt ze ontdooide melk uit een koelkast om te pasteuriseren. In een flowkast in de speciaal keuken ‘poolt’ ze de melk samen in een tweeliterfles. Na goed zwenken wordt de melk in de machine gezet waar het een half uur op 62,5 graden wordt gebracht. Hierdoor worden virussen en bacteriën geëlimineerd. Neonatoloog Van den Akker: “Helaas gaan ook wat goede, beschermende stofjes hierdoor verloren, maar nog altijd is dit een betere optie dan kunstvoeding voor prematuren.”

Na het pasteuriseren wordt de melk in speciale flesjes gedaan van verschillende formaten. Vervolgens weer ingevroren en klaargezet om per koerier naar de verschillende NICU’s door het hele land vervoerd te worden. Schoonderwoerd: “Ik moet dus alles in de gaten houden: zijn er nog voldoende donoren, maar ook niet te veel? Want de melk mag maximaal drie maanden ingevroren blijven voor pasteuriseren. Wanneer en hoeveel moet er gepasteuriseerd worden en welke NICU’s hebben hoeveel voorraad nodig? Het is een logistiek proces, maar erg leuk om te doen. Het is afwisselend en geeft mij een voldaan gevoel omdat dit zoveel bijdraagt aan de gezondheid van premature kindjes.”
Kinderarts-neonatoloog van den Akker is gespecialiseerd in voeding en darminfecties bij prematuren en altijd bezig met onderzoek. “Momenteel onderzoeken we of we in plaats van melk van dezelfde moeder te ‘poolen’ (het verzamelen in een tweeliterfles, red.) niet beter de melk van verschillende moeders kunnen mengen om zo een stabielere samenstelling te krijgen. Tot nu toe deden we dat niet, omdat we de risico’s van donormelk zo klein mogelijk wilden maken. Als iemand zou denken dat een baby ziek zou zijn geworden van donormelk, konden we bij één donor makkelijker achterhalen van welke moeder de donormelk afkomstig was. Er is echter nog nooit een prematuur ziek geworden van de donormelk zelf. .” Daarnaast loopt er een onderzoek naar het pasteuriseren. Van den Akker: “Dat is noodzakelijk, maar je maakt er ook gunstige stofjes mee kapot. We zijn nu aan het kijken of we op een andere manier kunnen pasteuriseren. De grootste verandering rond donormelk vindt plaats in 2027. Vanaf dan valt deze melk onder dezelfde Europese wetgeving als bloed- en orgaandonatie: “Daar zit voor ons nog veel voorbereidend werk aan vast, omdat dat om strenge eisen gaat.”
’10 milliliter melk per dag is voldoende’
Eigen werkplek
Van den Akker en Schoonderwoerd vormen samen met twee andere medewerkers (Laura en Nadia) het team van de Moedermelkbank. De organisatie wordt nog steeds mede geleid door oprichter Hans van Goudoever, nu bestuursvoorzitter van Amsterdam UMC. Het team is enorm blij dat de moedermelkbank inmiddels alle NICU’s in Nederland volledig kan bedienen. Per jaar wordt er zo’n duizend liter melk gedoneerd. “Dat lijkt misschien niet veel voor heel Nederland, maar premature kindjes van onder de 30 weken met minder dan een kilo lichaamsgewicht hebben zeker in het begin al aan 10 milliliter melk per dag voldoende. Dat zijn echt andere hoeveelheden dan een voldragen baby.”
De Moedermelkbank begon in 2015 op locatie VUmc en verhuisde daarna naar locatie AMC. Inmiddels zit het team al lange tijd in de blauwe containers, die als noodlocatie vanwege een verbouwing zijn neergezet. Schoonderwoerd: “Over anderhalf jaar komen we op een mooie, nieuwe verbouwde plek te zitten en hebben we alles voor onszelf: een kantoor, de vriezers en een keuken. Nu moeten we van een andere keuken gebruik maken en kunnen we niet pasteuriseren wanneer we zelf willen. Dit omdat de machine te veel warmte afgeeft voor de rest van de werkzaamheden die in de keuken gebeuren. We kijken er echt naar uit dat we straks alles op één plek hebben.” •

Beschermde start
door de moedermelkbank
reportage


Eigen werkplek
Van den Akker en Schoonderwoerd vormen samen met twee andere medewerkers (Laura en Nadia) het team van de Moedermelkbank. De organisatie wordt nog steeds mede geleid door oprichter Hans van Goudoever, nu bestuursvoorzitter van Amsterdam UMC. Het team is enorm blij dat de moedermelkbank inmiddels alle NICU’s in Nederland volledig kan bedienen. Per jaar wordt er zo’n duizend liter melk gedoneerd. “Dat lijkt misschien niet veel voor heel Nederland, maar premature kindjes van onder de 30 weken met minder dan een kilo lichaamsgewicht hebben zeker in het begin al aan 10 milliliter melk per dag voldoende. Dat zijn echt andere hoeveelheden dan een voldragen baby.”
De Moedermelkbank begon in 2015 op locatie VUmc en verhuisde daarna naar locatie AMC. Inmiddels zit het team al lange tijd in de blauwe containers, die als noodlocatie vanwege een verbouwing zijn neergezet. Schoonderwoerd: “Over anderhalf jaar komen we op een mooie, nieuwe verbouwde plek te zitten en hebben we alles voor onszelf: een kantoor, de vriezers en een keuken. Nu moeten we van een andere keuken gebruik maken en kunnen we niet pasteuriseren wanneer we zelf willen. Dit omdat de machine te veel warmte afgeeft voor de rest van de werkzaamheden die in de keuken gebeuren. We kijken er echt naar uit dat we straks alles op één plek hebben.” •
’10 milliliter melk per dag is voldoende’
Na het pasteuriseren wordt de melk in speciale flesjes gedaan van verschillende formaten. Vervolgens weer ingevroren en klaargezet om per koerier naar de verschillende NICU’s door het hele land vervoerd te worden. Schoonderwoerd: “Ik moet dus alles in de gaten houden: zijn er nog voldoende donoren, maar ook niet te veel? Want de melk mag maximaal drie maanden ingevroren blijven voor pasteuriseren. Wanneer en hoeveel moet er gepasteuriseerd worden en welke NICU’s hebben hoeveel voorraad nodig? Het is een logistiek proces, maar erg leuk om te doen. Het is afwisselend en geeft mij een voldaan gevoel omdat dit zoveel bijdraagt aan de gezondheid van premature kindjes.”
Kinderarts-neonatoloog van den Akker is gespecialiseerd in voeding en darminfecties bij prematuren en altijd bezig met onderzoek. “Momenteel onderzoeken we of we in plaats van melk van dezelfde moeder te ‘poolen’ (het verzamelen in een tweeliterfles, red.) niet beter de melk van verschillende moeders kunnen mengen om zo een stabielere samenstelling te krijgen. Tot nu toe deden we dat niet, omdat we de risico’s van donormelk zo klein mogelijk wilden maken. Als iemand zou denken dat een baby ziek zou zijn geworden van donormelk, konden we bij één donor makkelijker achterhalen van welke moeder de donormelk afkomstig was. Er is echter nog nooit een prematuur ziek geworden van de donormelk zelf. .” Daarnaast loopt er een onderzoek naar het pasteuriseren. Van den Akker: “Dat is noodzakelijk, maar je maakt er ook gunstige stofjes mee kapot. We zijn nu aan het kijken of we op een andere manier kunnen pasteuriseren. De grootste verandering rond donormelk vindt plaats in 2027. Vanaf dan valt deze melk onder dezelfde Europese wetgeving als bloed- en orgaandonatie: “Daar zit voor ons nog veel voorbereidend werk aan vast, omdat dat om strenge eisen gaat.”

Pasteuriseren melk
Schoonderwoerd zit achter haar bureau als het telefoontje van de koerier binnenkomt. Hij staat binnen enkele ogenblikken voor de deur van de Meibergdreef en brengt de opgehaalde donormelk naar de Moedermelkbank. Schoonderwoerd neemt de ingevroren voorraad aan en zet het in de juiste vriezer. Daarna pakt ze ontdooide melk uit een koelkast om te pasteuriseren. In een flowkast in de speciaal keuken ‘poolt’ ze de melk samen in een tweeliterfles. Na goed zwenken wordt de melk in de machine gezet waar het een half uur op 62,5 graden wordt gebracht. Hierdoor worden virussen en bacteriën geëlimineerd. Neonatoloog Van den Akker: “Helaas gaan ook wat goede, beschermende stofjes hierdoor verloren, maar nog altijd is dit een betere optie dan kunstvoeding voor prematuren.”
‘Moedermelk beschermt tegen infecties’
Beschermende werking
De richtlijn voor het geven van donormelk is als een baby onder de 30 weken wordt geboren, of een gewicht onder de kilo heeft. Als de baby eenmaal donormelk krijgt, kan daar tot 32 weken mee worden doorgegaan, omdat prematuren vanaf 32 weken meestal van de NICU afgaan en worden overgeplaatst naar een ander ziekenhuis. Vanwege de beschermende werking van moedermelk is het ideaal dat alle moeders gaan kolven. “We doen er alles aan om dit te stimuleren en verreweg de meeste moeders doen het ook; ze zijn daarvoor heel gemotiveerd als hun kind op de NICU ligt”, vertelt Van den Akker. “Alleen kunnen moeders soms niet meteen beginnen met kolven omdat ze zelf ziek zijn, of is de productie te weinig door alle stress. Dat vullen we aan met donormelk, zodat de prematuren toch de beschermende werking van moedermelk tegen darminfecties krijgen.”
De landelijk opererende Moedermelkbank is een behoorlijk logistiek operatie. De 32-urige werkweek van coördinator Anne Schoonderwoerd is volledig gevuld met het regelen en monitoren van alle verschillende processen. Zoals het screenen en coördineren van de donoren, het monitoren van voorraden in de vriezers, melk ‘poolen’ en pasteuriseren en de afgifte aan de koeriers. “De bank telt steeds zo’n 30 donoren die gemiddeld zo’n drie maanden voor ons kolven”, vertelt Schoonderwoerd. “Ik heb een telefonische intake met de donormoeders en ze krijgen een screening bij Sanquin. Daarna ontvangen ze speciale flesjes mee en kunnen ze beginnen met kolven. Zodra hun vriezer vol ligt, geven ze een seintje en regel ik dat een koerier de voorraad moedermelk komt ophalen. Na drie maanden volgt een herscreening. Sommige moeders gaan dan door, maar de meeste moeders stoppen.” Er is dus een continu verloop van donoren.
Verscholen op D0 op locatie AMC in een felblauwe container huist de enige Moedermelkbank van Nederland. Deze bank voorziet al tien jaar premature baby’s van donormelk. Eerst alleen in het voormalig VUmc en AMC, inmiddels zijn alle negen umc’s van Nederland volledig voorzien van donormelk. Dit levert een enorme gezondheidswinst op voor de te vroeg geboren kindjes.
Tekst: Eva Cornet - Foto’s: Sake Rijpkema
Kinderarts-neonatoloog Chris van den Akker is blij dat Feline de eerste dagen donormelk heeft kunnen krijgen. “Prematuren zijn heel kwetsbaar en wegen soms maar 500 gram. Zeker onder de 32 weken komen er veel complicaties voor en is een darminfectie vaak levensbedreigend. Moedermelk heeft een beschermende werking tegen darminfecties ten opzichte van kunstvoeding, ook al is die kunstvoeding speciaal voor prematuren ontwikkeld. Daarom is eigen moedermelk de eerste keuze, maar dat is – zeker de eerste dagen – lang niet altijd haalbaar. Daarom zijn we in 2012 gestart met de Moedermelkbank. Eerst nog in studieverband en vanaf 2015 ook daarbuiten.”

Rond 10 uur s ochtends lopen de ouders van baby Feline van het Ronald McDonald Huis naar de NICU (Neonatale Intensive Care Unit) op locatie AMC. Krap twee weken eerder beviel moeder Lisa met 28 weken noodgedwongen vanwege complicaties. Inmiddels hebben de ouders al een routine gevonden in de zorg voor Feline en beginnen vaardig met het verschonen van de piepkleine luier. Daarna mag papa Martijn met ontbloot bovenlijf op de ligstoel buidelen met zijn dochter en tegelijk de voeding via de sonde geven. Mama Lisa ontkoppelt de meeste slangetjes, met hulp van verpleegkundige Roos, zodat papa de baby voorzichtig kan pakken. Ingewikkeld in warme doeken ligt Feline op zijn buik met mama aan hun zijde. Een bijzonder moment, waarin onvoorwaardelijke liefde, kwetsbaarheid, zorgen en hoop samenkomen.
Minder kolfstress
De melk die door de sonde druppelt, is nu volledig gekolfde melk van de moeder. De eerste dagen kon dat vanwege medische redenen nog niet en kreeg Feline donormelk van de Moedermelkbank. “Het is ontzettend fijn dat dat kan, want donormelk is beter voor prematuren dan kunstvoeding”, vertelt papa Martijn. “We willen wat het beste is voor Feline’s gezondheid. Gelukkig kan Lisa nu voldoende kolven, maar het is mooi dat de beschikbaarheid van donormelk de extra stress van voldoende kolven in het begin kan verminderen. Naast alle stress die er al is als je kind op de NICU ligt. En het is heel fijn dat de donormelk goed wordt gescreend, zodat het veilig gebruikt kan worden.”