preventie

‘Help ouderen op tijd’

Ouderen trainen hun evenwicht als valpreventie.

Er zo vroeg mogelijk bij zijn. Deze klassieke wet van de preventie gaat zeker op in de zorg voor ouderen. Wanneer je de val van iemand op leeftijd voorkomt, bespaart dat veel leed en geld. Bij ouderen langsgaan voor medisch advies aan huis, loont eveneens. Twee Amsterdam UMC-hoogleraren Ouderengeneeskunde vertellen waarom.

Tekst: Stijn Dunk - Foto: Shutterstock

“In wijken door heel Amsterdam gaat de specialist Ouderengeneeskunde nu thuis op bezoek bij ouderen. Die krijgen zo in hun eigen omgeving concrete medische adviezen, bijvoorbeeld over het bevorderen van de mobiliteit na een beroerte. Door de hulpmiddelen en therapie die de specialist, in nauwe samenwerking met de huisarts, aanreikt kan iemand weer zelf boodschappen doen of op bezoek bij vrienden. Zo kunnen ouderen langer thuis blijven wonen en doen ze minder een beroep op de zorg in ziekenhuizen en verpleeghuizen.”

Valpreventie 

Hoogleraar Ouderengeneeskunde Martin Smalbrugge beschrijft enthousiast de werking van het Netwerk Ouderengeneeskunde Amsterdam (NOA), dat sinds een jaar actief is. Het netwerk haakt aan bij de trend dat preventie in de ouderenzorg een steeds belangrijkere plaats inneemt. Vanuit Amsterdam UMC wordt hieraan door verschillende professionals en expertises een bijdrage geleverd. Zo richt hoogleraar Valpreventie Nathalie van der Velde zich met name op het voorkómen van vallen bij ouderen. In de Valpreventieweek, van 3 tot 9 oktober, was extra aandacht voor dit veel voorkomende fenomeen. “1 op de 3 65-plussers valt minstens 1 keer per jaar”, benadrukt Van der Velde. “10 tot 15 procent daarvan houdt aan de val ernstig letsel over. Meer dan 5000 mensen overleden vorig jaar aan een val, dat is ruim 7 keer zo veel als het jaarlijks aantal verkeersdoden. Dit slokt maar liefst 1,5 procent op van het totale budget van de gezondheidszorg.”

Minder valincidenten leveren dus grote winst op: financieel, maar ook door het voorkomen van onnodig menselijk leed. Voor ouderen is deze valpreventie extra belangrijk, legt Van der Velde uit: “Voor hen is een val vaak het begin van een negatieve spiraal naar beneden. Onder 80-plussers is een val in de helft van de gevallen de aanleiding tot een verpleeghuisopname.” En juist dat verpleeghuis willen Van der Velden en Smalbrugge voorkomen, of in elk geval uitstellen.  

Vroege screening

Het tijdig signaleren van de valrisicofactoren bij individuele ouderen is hierbij van groot belang. Van der Velde is nauw betrokken bij diverse projecten op dit vlak. Zoals een vroege screening van de oorzaken van een val van mensen die zich melden op de Spoedeisende Hulp (SEH). “Het is belangrijk dat je op dat moment al mogelijke onderliggende oorzaken in kaart brengt. En niet pas tijdens de revalidatie. Bij een onderliggende oorzaak kun je denken aan bijvoorbeeld longontsteking, covid-19, hartfalen of bijwerkingen van medicijnen.” Van der Velde is daarnaast projectleider van een initiatief dat huisartsen, fysiotherapeuten en andere zorgverleners in de eerste lijn ondersteunt bij het opstellen van een adequate valanalyse. Dit project wordt mede gefinancierd door het ministerie van VWS en maakt onderdeel uit van het landelijk programma Valpreventie. 

Heel mooi, maar veel beleidsmakers hebben volgens Smalbrugge vooral oog voor het geld dat bespaard wordt dankzij preventie in de ouderenzorg. “Maar je bespaart mensen ook een hoop ellende. Dat mag meer voor het voetlicht komen, vind ik. Het is bovendien heel waardevol als je in goed overleg, vaak samen met een partner of kind, een besluit neemt waar iedereen achter staat. Bijvoorbeeld door op tijd afspraken te maken over welke medische behandelingen je nog wel en niet meer wil als je dementie ernstiger wordt.” Voor dit soort gesprekken en voor ouderengeneeskunde in het algemeen, mag volgens hem meer aandacht komen in de opleidingen voor artsen, verpleegkundigen en andere zorgprofessionals. Smalbrugge zal hiervoor pleiten in zijn oratie die hij op 10 november uitspreekt. “Daarin zal ik ook wijzen op het belang van zogeheten secundaire en tertiaire preventie: niet het voorkómen van een ziekte, maar het vertragen van de gevolgen ervan. Ook dat kan veel leed en kosten besparen.” 

DNA  •  medewerkersblad van Amsterdam UMC 

‘Help ouderen op tijd’

preventie

Er zo vroeg mogelijk bij zijn. Deze klassieke wet van de preventie gaat zeker op in de zorg voor ouderen. Wanneer je de val van iemand op leeftijd voorkomt, bespaart dat veel leed en geld. Bij ouderen langsgaan voor medisch advies aan huis, loont eveneens. Twee Amsterdam UMC-hoogleraren Ouderengeneeskunde vertellen waarom.

Tekst: Stijn Dunk - Foto: Shutterstock

“In wijken door heel Amsterdam gaat de specialist Ouderengeneeskunde nu thuis op bezoek bij ouderen. Die krijgen zo in hun eigen omgeving concrete medische adviezen, bijvoorbeeld over het bevorderen van de mobiliteit na een beroerte. Door de hulpmiddelen en therapie die de specialist, in nauwe samenwerking met de huisarts, aanreikt kan iemand weer zelf boodschappen doen of op bezoek bij vrienden. Zo kunnen ouderen langer thuis blijven wonen en doen ze minder een beroep op de zorg in ziekenhuizen en verpleeghuizen.”

Valpreventie 

Hoogleraar Ouderengeneeskunde Martin Smalbrugge beschrijft enthousiast de werking van het Netwerk Ouderengeneeskunde Amsterdam (NOA), dat sinds een jaar actief is. Het netwerk haakt aan bij de trend dat preventie in de ouderenzorg een steeds belangrijkere plaats inneemt. Vanuit Amsterdam UMC wordt hieraan door verschillende professionals en expertises een bijdrage geleverd. Zo richt hoogleraar Valpreventie Nathalie van der Velde zich met name op het voorkómen van vallen bij ouderen. In de Valpreventieweek, van 3 tot 9 oktober, was extra aandacht voor dit veel voorkomende fenomeen. “1 op de 3 65-plussers valt minstens 1 keer per jaar”, benadrukt Van der Velde. “10 tot 15 procent daarvan houdt aan de val ernstig letsel over. Meer dan 5000 mensen overleden vorig jaar aan een val, dat is ruim 7 keer zo veel als het jaarlijks aantal verkeersdoden. Dit slokt maar liefst 1,5 procent op van het totale budget van de gezondheidszorg.”

Minder valincidenten leveren dus grote winst op: financieel, maar ook door het voorkomen van onnodig menselijk leed. Voor ouderen is deze valpreventie extra belangrijk, legt Van der Velde uit: “Voor hen is een val vaak het begin van een negatieve spiraal naar beneden. Onder 80-plussers is een val in de helft van de gevallen de aanleiding tot een verpleeghuisopname.” En juist dat verpleeghuis willen Van der Velden en Smalbrugge voorkomen, of in elk geval uitstellen.  

Vroege screening

Het tijdig signaleren van de valrisicofactoren bij individuele ouderen is hierbij van groot belang. Van der Velde is nauw betrokken bij diverse projecten op dit vlak. Zoals een vroege screening van de oorzaken van een val van mensen die zich melden op de Spoedeisende Hulp (SEH). “Het is belangrijk dat je op dat moment al mogelijke onderliggende oorzaken in kaart brengt. En niet pas tijdens de revalidatie. Bij een onderliggende oorzaak kun je denken aan bijvoorbeeld longontsteking, covid-19, hartfalen of bijwerkingen van medicijnen.” Van der Velde is daarnaast projectleider van een initiatief dat huisartsen, fysiotherapeuten en andere zorgverleners in de eerste lijn ondersteunt bij het opstellen van een adequate valanalyse. Dit project wordt mede gefinancierd door het ministerie van VWS en maakt onderdeel uit van het landelijk programma Valpreventie. 

Heel mooi, maar veel beleidsmakers hebben volgens Smalbrugge vooral oog voor het geld dat bespaard wordt dankzij preventie in de ouderenzorg. “Maar je bespaart mensen ook een hoop ellende. Dat mag meer voor het voetlicht komen, vind ik. Het is bovendien heel waardevol als je in goed overleg, vaak samen met een partner of kind, een besluit neemt waar iedereen achter staat. Bijvoorbeeld door op tijd afspraken te maken over welke medische behandelingen je nog wel en niet meer wil als je dementie ernstiger wordt.” Voor dit soort gesprekken en voor ouderengeneeskunde in het algemeen, mag volgens hem meer aandacht komen in de opleidingen voor artsen, verpleegkundigen en andere zorgprofessionals. Smalbrugge zal hiervoor pleiten in zijn oratie die hij op 10 november uitspreekt. “Daarin zal ik ook wijzen op het belang van zogeheten secundaire en tertiaire preventie: niet het voorkómen van een ziekte, maar het vertragen van de gevolgen ervan. Ook dat kan veel leed en kosten besparen.” 

DNA  •  medewerkersblad van Amsterdam UMC 

DNA magazine online

DNA is het medewerkersblad van Amsterdam UMC. Het verschijnt 6 keer per jaar, zowel op papier als online. DNA brengt de achtergronden en persoonlijke verhalen bij de actuele ontwikkelingen in en rondom het ziekenhuis.
Volledig scherm