Janse is zich bewust van die kritiek. Activiteiten tellen mee, maar worden kritisch bekeken. Zo telden mee-loopstages tot voor kort wel mee, maar nu niet meer. “We kwamen erachter dat het makkelijk is om deze stages te regelen als je het sociale kapitaal hebt om dat te regelen. Maar niet iedereen heeft zo gemakkelijk toegang tot die meeloopstages. Dus dat belonen we niet meer.” De VU maakt het zichzelf moeilijk door de aanmelding breed op te zetten, zegt Janse. “Maar we doen dit juist om iedereen een gelijke kans te geven het beste van zichzelf te laten zien, naast cijfers en kennistoetsen. Want die zijn voor een deel gerelateerd aan sociaaleconomische status. Vooral kennistoetsen zijn notoir trainbaar en bieden dus meer kans voor vermogende kandidaten. Door onze brede aanpak kunnen kandidaten met een zes gemiddeld bij ons ook gewoon geneeskunde studeren.”

Maatschappelijk betrokken

De keuze voor de ene of de andere benadering hangt af van je uitgangspunt. Selecteer je voor het latere beroep, kijk je vooral naar rendement van je opleiding? “Wij bewegen als faculteit toe naar geneeskunde buiten de muren van het ziekenhuis”, vertelt Janse. “Dat is ons profiel: sociale geneeskunde, ouderengeneeskunde, huisartsgeneeskunde, met je poten in de modder, en maatschappelijk betrokken dokters. Dat betekent voor je selectie dat je niet alleen maar een biomedische toets afneemt.  Dan mis je een hele hoop andere geschikte artsen volgens het profiel van onze faculteit. Want de dokter van de toekomst is niet per se de slimste.”

“Er is geen oplossing die iedereen tevredenstelt”, denkt Anouk Wouters. “Het heeft vooral te maken met wat we in de maatschappij belangrijk vinden: kansengelijkheid of excellentie? De keuze hoe je de toelating inricht is altijd een politieke keuze en een reflectie van het discours in de maatschappij. Wat wel steeds duidelijker wordt is dat diversiteit en representativiteit een belangrijk doel zou moeten zijn om de zorg te verbeteren.”

Eyeopener

Amiri is inmiddels als ambassadeur op verschillende scholen geweest. “We gaan naar scholen waarvan we denken er leerlingen zitten die eerstegeneratie-student gaan worden. We vertellen over onze ervaring, hoe wij het hebben gedaan. Ik denk dat het ambassadeurschap heel veel mensen gaat helpen. Voor mij zou het in de schoolbanken een echte eyeopener zijn geweest.” 

Janse is zich bewust van die kritiek. Activiteiten tellen mee, maar worden kritisch bekeken. Zo telden mee-loopstages tot voor kort wel mee, maar nu niet meer. “We kwamen erachter dat het makkelijk is om deze stages te regelen als je het sociale kapitaal hebt om dat te regelen. Maar niet iedereen heeft zo gemakkelijk toegang tot die meeloopstages. Dus dat belonen we niet meer.” De VU maakt het zichzelf moeilijk door de aanmelding breed op te zetten, zegt Janse. “Maar we doen dit juist om iedereen een gelijke kans te geven het beste van zichzelf te laten zien, naast cijfers en kennistoetsen. Want die zijn voor een deel gerelateerd aan sociaaleconomische status. Vooral kennistoetsen zijn notoir trainbaar en bieden dus meer kans voor vermogende kandidaten. Door onze brede aanpak kunnen kandidaten met een zes gemiddeld bij ons ook gewoon geneeskunde studeren.”

Maatschappelijk betrokken

De keuze voor de ene of de andere benadering hangt af van je uitgangspunt. Selecteer je voor het latere beroep, kijk je vooral naar rendement van je opleiding? “Wij bewegen als faculteit toe naar geneeskunde buiten de muren van het ziekenhuis”, vertelt Janse. “Dat is ons profiel: sociale geneeskunde, ouderengeneeskunde, huisartsgeneeskunde, met je poten in de modder, en maatschappelijk betrokken dokters. Dat betekent voor je selectie dat je niet alleen maar een biomedische toets afneemt.  Dan mis je een hele hoop andere geschikte artsen volgens het profiel van onze faculteit. Want de dokter van de toekomst is niet per se de slimste.”

“Er is geen oplossing die iedereen tevredenstelt”, denkt Anouk Wouters. “Het heeft vooral te maken met wat we in de maatschappij belangrijk vinden: kansengelijkheid of excellentie? De keuze hoe je de toelating inricht is altijd een politieke keuze en een reflectie van het discours in de maatschappij. Wat wel steeds duidelijker wordt is dat diversiteit en representativiteit een belangrijk doel zou moeten zijn om de zorg te verbeteren.”

Eyeopener

Amiri is inmiddels als ambassadeur op verschillende scholen geweest. “We gaan naar scholen waarvan we denken er leerlingen zitten die eerstegeneratie-student gaan worden. We vertellen over onze ervaring, hoe wij het hebben gedaan. Ik denk dat het ambassadeurschap heel veel mensen gaat helpen. Voor mij zou het in de schoolbanken een echte eyeopener zijn geweest.” 

DNA magazine online

DNA is het medewerkersblad van Amsterdam UMC. Het verschijnt 6 keer per jaar, zowel op papier als online. DNA brengt de achtergronden en persoonlijke verhalen bij de actuele ontwikkelingen in en rondom het ziekenhuis.
Volledig scherm